De alpenbes (Ribes alpinum) is een struik, die behoort tot de ribesfamilie (Grossulariaceae). De alpenbes komt van nature voor in Eurazië en wordt ook in de siertuin gebruikt. Er zijn verschillende cultivars verkrijgbaar.
De struik wordt 0,6-1,5 m hoog. De gladde schors is lichtgrijs en wordt op latere leeftijd schilferig en bruinachtig grijs. De glimmende, groene, 2-4 cm grote bladeren zijn drie- tot vijflobbig of -spletig en grof getand met op de bovenkant verspreid voorkomende klierharen met rode kopjes. De onderkant van het blad is lichtgroen.
De alpenbes bloeit in april en mei met opstaande trossen. De steel van de bloemtros is tussen de bloemen dicht bezet met korte klierharen. De bloemen zijn groenachtig geel. De schutbladen zijn 4-8 mm lang. De kelkbladen zijn langer dan de kroonbladen. De struik is tweehuizig. De struiken met mannelijke bloemen hebben trossen met tien tot dertig bloemen en de struiken met vrouwelijke bloemen hebben twee tot vijf bloemen per tros.
De vrucht is een rode bes, die eetbaar is en een flauwe, zoete smaak heeft.
De struik komt voor op vochtige, voedselrijke grond in loofbossen en struikgewas.
(tekst: Wikipedia, foto: Aka, Wikimedia Commons)