De blaassilene (Silene vulgaris) is een plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae). Het is een in België en Nederland vrij algemeen voorkomende, 30-60 cm hoge plant die kan worden aangetroffen op matig voedselrijke, iets droge zand-, klei- en leemgrond, in bermen en tegen hellingen, in de duinen en op grazige grond. De plant prefereert een zonnige standplaats.
De verticale stengels zijn onbehaard en komen op uit een gebogen, diep in de grond vertakte wortelstok. Op de knopen van de stengels zitten smalle, tegenoverstaande bladeren.
De aan elke stengel hangende bloemen zijn dag en nacht geopend. 's Avonds verspreiden de bloemen een aangename klavergeur, en trekken dan bijen en nachtvlinders aan. De bloeiperiode loopt van mei tot september. De vijf witte kroonbladen zijn diep ingesneden. De kelkbuis is sterk opgeblazen en gelig tot paarsachtig geaderd. Aan deze kelkbuis dankt de plant haar naam. De bloemen zijn vaak tweeslachtig, waarbij zelfbestuiving niet optreedt doordat de mannelijke en vrouwelijke bloemen niet gelijktijdig rijp zijn.
In Europa komt de plant voor van Noorwegen en Lapland tot de Middellandse Zee, hierbuiten van Noord-Afrika tot Siberië en Japan. In Noord-Amerika is de plant ingevoerd.
De nectar bevindt zich aan de basis van de kelk, zodat insecten zich ver in de buis moeten wringen om de nectar te bereiken. Dit zou bestuiving verzekeren, ware het niet dat hommels geleerd hebben deze lastige weg te omzeilen door aan de basis een gat te bijten.
(tekst: Wikipedia)