De bosgeelster (Gagea lutea) is een overblijvende plant die behoort tot de leliefamilie (Liliaceae). Het is een plant van vochtige, voedselrijke grond in loofbossen en in grasland. De soort komt van nature voor in Europa en Oost-Azië.
De plant wordt 10-30 cm hoog en vormt één ronde, toegespitste bol. Het geelgroene, grondstandige blad is 5-10 mm breed. Soms zit er een broedbolletje in de oksel van het blad.
De zeldzame bosgeelster bloeit van maart tot mei met gele, 1,5-2,5 cm grote bloemen. De twee schutbladen van de bloeiwjze zijn lancetvormig. De bloeiwijze is een scherm met twee tot zeven bloemen. De kroonbladen zijn langwerpig met een stompe punt. Na de bloei rollen ze terug en verkleuren dofgroen.
De vrucht is een doosvrucht. Het zaad heeft een mierenbroodje en wordt daarom door mieren verspreid.
De soort is hexaploïd: het chromosoomaantal is 2n = 72.
De bosgeelster is een kensoort voor het verbond van els en gewone vogelkers (Alno-padion).
(tekst: Wikipedia, foto: Stemonitis, Wikimedia Commons)