De draadzegge (Carex lasiocarpa) is een vaste plant uit de cypergrassenfamilie (Cyperaceae). De plant komt van nature voor op het Noordelijk halfrond. De draadzegge staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als vrij zeldzaam en matig afgenomen. Het aantal chromosomen is 2n = 56.
De plant wordt 30-100 cm hoog, vormt lange, kruipende en vertakte wortelstokken met uitlopers en heeft stomp driekantige tot bijna ronde stengels. De tot 2 mm brede bladeren zijn vaak sterk ingerold. De bladscheden hebben opvallende dwarsnerven. De onderste bladscheden rafelen.
De draadzegge bloeit in mei en juni. De schutbladen zijn even lang als de bloeiwijze. De 2-3 mm brede mannelijke aar steekt boven de één of twee vrouwelijke aren uit en heeft vaak aan de voet nog enkele kleine aren. Het vruchtbeginsel heeft drie stempels. De 4-5 mm lange, langwerpig-eivormige urntjes zijn viltig behaard en hebben een korte, ruwe vruchtsnavel, die zowel aan de binnen- als buitenzijde bezet is met een 1 mm lang tandje. Op het urntje zit een mierenbroodje. Het urntje is een soort schutblaadje dat geheel om de vrucht zit.
De vrucht is een driekantig nootje.
De plant komt voor in ondiep water van veenplassen en heidevennen. Ook is deze te vinden in trilvenen en duinvalleien.
(tekst: Wikipedia, foto: Rasbak, Wikimedia Commons)