De gehoornde klaverzuring (Oxalis corniculata) is een eenjarige of overblijvend kruid uit de klaverzuringfamilie (Oxalidaceae). De plant is klein, kruipend en heeft groene bladeren die vaak bruin tot paars gekleurd zijn. De steunblaadjes zijn klein.
De gele bloemen bestaan uit vijf kroonbladen en zijn 4-7 mm groot. De plant bloeit van mei tot oktober. De bloemen zijn alleen bij helder zonlicht geopend. De zaden groeien in een doosvrucht, die op een steel omhoog staat en waarvan er gaandeweg de bloei talloze worden gevormd. Als de zaadjes eenmaal rijp zijn worden ze bij de minste beroering (wind, vingers) verschillende kanten opgeschoten, hetgeen een woekerende werking geeft. De gehoornde klaverzuring is een pioniersoort.
De herkomst van de plant is onduidelijk. In Noord-Amerika (waar de soort in vrijwel alle staten voorkomt, met uitzondering van Alaska en een aantal staten in midden-noord) wordt de soort door sommige staten als inheems en door anderen als invasieve soort gezien. Ook Midden-Amerika en Europa worden soms als gebied van oorsprong genoemd.
Naast Noord-Amerika en Europa is de plant ook wijdverbreid in Azië: de gehoornde klaverzuring komt voor van Europees Rusland via India tot in China, Japan en Nieuw-Zeeland.
Het plantje geldt als zeldzaam akkeronkruid, maar blijkt de laatste jaren in opmars in stedelijke gebieden. Het wordt in verschillende Nederlandse steden aangetroffen waar het groeit in zandige kieren tussen muren en stoepen.
De Vlaamse Rode Lijst vermeldt dat de criteria niet van toepassing zijn, vermoedelijk omdat de gehoornde klaverzuring niet als inheems wordt beschouwd.
De blaadjes van de klaverzuring zijn eetbaar, met een wat wrange smaak zoals citroen. Er kan een kruidenthee van gemaakt worden. De hele plant is rijk aan vitamine C. In grotere hoeveelheden kan de zure plant schade doen aan de kalkopname door het lichaam.
Omdat de plant zich in rap tempo vermenigvuldigt, toont hij al snel een woekerend karakter. Over de verdelging is niet meer bekend dan dat wordt aangeraden om het te verwijderen voordat de doosvruchten zijn gevormd, of anders de doosvruchten met dichte vuist te verwijderen, zodat er geen zaadjes kunnen ontsnappen. Dan kan met een lang voorwerp de plant met zijn wortel helemaal uitgestoken worden, zodat deze niet meer aangroeit. Dat moet wellicht enige seizoenen herhaald worden, wanneer afgraven geen optie is.
(tekst: Wikipedia, foto: J.M.Garg, Wikimedia Commons)