De gewone duivenkervel (Fumaria officinalis) is een plant uit de papaverfamilie (Papaveraceae). De plant is in heel Europa aan te treffen in tuinen, wijngaarden, akkers en ruigten, meest op voedselrijke, lemige bodems. In Nederland komt de soort algemeen voor.
De gewone duivenkervel is een eenjarige, kruidachtige plant. De 6-9 mm lange bloemen staan in trossen van tien tot vijftig stuks. Ze zijn purperrood, met een zwartpurperen top en een groene kiel. De vrucht is een nootje met één zaadje. De bladen zijn dubbelgeveerd.
De geneeskrachtige werking van de gewone duivenkervel is al zeer lang bekend en uitgedrukt in de soortaanduiding officinalis. Plinius de Oudere noemde de plant al en in alle belangrijke kruidboeken uit de middeleeuwen komt hij voor. De plant bevat een aantal alkaloïden, waarvan fumarine de voornaamste is en daarnaast kaliumzouten, flavonoïden en tannines. Een aftreksel van de gedroogde plant is werkzaam tegen huidaandoeningen als eczeem en het werkt laxerend en eetlust opwekkend.
(tekst: Wikipedia, foto: Pethan, Wikimedia Commons)