De gewone veldbies (Luzula campestris) is een vaste plant uit de russenfamilie (Juncaceae). De plant komt in in Nederland veel voor. Het aantal chromosomen is 2n = 12, 24 of 36.
Het is een zoden vormende plant met korte of geen wortelstokken. De plant wordt ongeveer 20-40 cm hoog. De plant is aan de voet verdikt. Het blad doet grasachtig aan en heeft lange, witte haartjes.
De plant bloeit van maart tot mei. De bloemen vormen bolvormige tot langwerpige bloemhoofdjes. De stelen van de bloemhoofdjes staan rechtop, maar soms ook schuin. Een bloemhoofdje bestaat uit meer dan tien bloemen. De deels gesteelde en deels ongesteelde bloemen zijn kastanjebruin en stervormig met een doorsnede van 3-4 mm. De gele helmknoppen zijn 0,5-1,2 mm lang en zijn ongeveer even lang als de helmdraden.
De gewone veldbies heeft een doosvrucht die drie zaden bevat. De ronde of bijna ronde, bruine tot donkerbruine, zaden hebben een mierenbroodje. De afmetingen van het zaad zijn 1,0-1,9 x 0,7-0,9 x 0,7-0,8 mm. Het duizendkorrelgewicht is 0,6 gram.
De plant komt voor op droge tot matig vochtige, zure grond in schrale graslanden, in bermen en vergraste heide.
(tekst: Wikipedia, foto: Sarefo, Wikimedia Commons)