De gewone vlier (Sambucus nigra) is een plant uit de muskuskruidfamilie (Adoxaceae). De bloei is van mei tot juli. De bestuiving vindt plaats door insecten. De vruchten zijn in september en oktober rijp. De plant vermeerdert zich door zaad, dat met name door spreeuwen, die dol op de bessen zijn, wordt verspreid. Botanisch gezien zijn de bessen steenvruchten.
De gewone vlier wordt door het edelhert gegeten omdat zij de plantendelen kunnen verteren. Voor veel andere dieren is de soort giftig vanwege cyaanverbindingen in het blad. Op vlierhout is vaak de judasoorzwam te vinden.
De vlier stelt geen hoge eisen aan zijn standplaats en wordt zelfs in dakgoten gevonden.
Een in de natuur voorkomende variëteit van de gewone vlier is de peterselievlier (Sambucus nigra var. laciniata), die diep ingesneden bladeren heeft.
De gewone vlier is een kensoort voor de klasse van de doornstruwelen (Rhamno-Prunetea).
Vlieren laten zich gemakkelijk vermeerderen uit een stek van een twijg.
(tekst: Wikipedia, foto: Überraschungsbilder, Wikimedia Commons)