Hazenpootje (Trifolium arvense) is een één- of tweejarige klaversoort. De soort komt van nature voor in Europa. De plant is gedurende en na de bloei makkelijk te herkennen aan de zachtharige bloeiwijzen. De plant wordt 5-30 cm hoog en heeft een behaarde, gevulde stengel. Ook de bladeren zijn behaard. Hazenpootje bloeit van juli tot de herfst met witachtige, later roodachtige bloemen. De bloeiwijze is een hoofdje. De lange, zeer smalle kelktanden zijn lang behaard, waardoor de bloem er donzig uitziet. De vrucht is een peul met één zaadje. Hazenpootje komt voor op droge, meestal kalkarme zandgrond tussen het gras of op open plekken. Hij heeft zich echter over grote delen van de wereld verspreid en wordt daar vaak beschouwd als onkruid.
Hazenpootje komt van oorsprong voor in Europa, behalve in het hoge noorden, in het westen van Azië en het kustgebergte van Noord-Afrika. Hij is grootschalig ingeburgerd in Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland, en is ook elders buiten de tropen wel gevonden. In Nederland is hij vrij algemeen in de duinen, in Gelderland, Noord-Brabant en Zeeuws-Vlaanderen en plaatselijk ook elders in het land, maar hij is zeldzaam in het noordelijk zeekleigebied, zuidoostelijk Friesland en het westen en midden van Drenthe. In België is hazenpootje vrij algemeen, vooral in de duinen, de Kempen en in stedelijke gebieden, maar hij is zeldzaam in de Ardennen.
Hazenpootje groeit vaak als pionier op zonnige plaatsen, open of met een lage en niet te dichte grazige vegetatie. Hij houdt van een zandige, lemige of stenige, niet te natte, matig voedselarme of matig voedselrijke grond. Hij is vaak te vinden aan de rand van akkers of akkers die braak liggen, op schraal grasland, duingrasland, beweide zandduintjes, kalkgrasland en grasvelden, in bermen, heide, langs spoorwegen, op industrieterreinen, haventerreinen, mijnterreinen, zand- en steengroeven, bewerkte, gestorte en opgespoten grond. Zoals de meeste vlinderbloemigen kan hazenpootje stikstof uit de lucht omzetten in de meststof nitraat. De rupsen van het icarusblauwtje leven van klaversoorten zoals hazenpootje en enkel andere vlinderbloemigen. Klein warkruid en honingklavermeeldauw parasiteren soms op hazenpootje.
(tekst: Wikipedia, foto: Mbc, Wikimedia Commons)