Parnassia (Parnassia palustris), vroeger parnaskruid, is een plant die in het APG III-systeem tot de kardinaalsmutsfamilie (Celastraceae) wordt gerekend. De tot 30 cm hoge plant bloeit van juli tot in september. De paar wortelstandige bladeren hebben een lange steel en een vaak hartvormige voet. De bloem staat op een rechtopgaande kantige stengel waaraan zich ongeveer halverwege een zittend blad bevindt. Dit blad is ook hartvormig en de twee lobben van de bladvoet zijn bijna stengelomvattend. De vijf kroonbladen zijn wit met groenige parallel-lopende nerven. In de bloem staan vijf staminoda (vergroeide onvruchtbare meeldraden), die eindigen in een reeks goudkleurige knopjes. Ze zijn bedoeld om insecten te lokken die nectar vinden aan de voet van deze meeldraden. Voor elk kroonblaadje staat er een. De vruchtbare meeldraden wisselen af met de staminoda. De bomvormige doosvrucht opent met vier kleppen.
Parnassia is aangewezen op kruisbestuiving door insecten. De meeldraden zijn één voor één rijp waarna ten slotte de stamper vruchtbaar is. Vooral vliegen bezoeken de bloem. Het zaad is heel fijn en wordt gemakkelijk door de wind verspreid over grote afstanden.
De plant komt voor over heel het noordelijk halfrond, buiten de tropen en subtropen. In Nederland was zij vroeger breed verspreid op de veengronden, zandgronden en in Zuid-Limburg op het krijt. Inmiddels is de soort er zeldzaam geworden door ontwatering en hogere bemestingsgraad. Nu groeit ze het meest in vochtige duinvalleien en op drooggevallen zandplaten in afgesloten zeearmen. Parnassia wordt in Nederland vanaf 1 januari 2017 niet meer wettelijk beschermd en staat op de Nederlandse Rode lijst (planten) van 2000 als vrij zeldzaam en zeer sterk in aantal afgenomen. De soort is in redelijke mate aanwezig in het gebied rond Lauwersoog. Parnassia groeit vaak in gezelschap van orchideeën.
In België komt parnassia voor in de kustduinen en in Lotharingen, daarbuiten is ze zeer zeldzaam. In andere delen van Europa, zoals Zwitserland, is ze aanzienlijk minder zeldzaam dan in de Lage Landen.
Parnassia wordt vaak bewonderd om haar schoonheid en is bezongen in gedichten. Een voorbeeld hiervan is het gedicht Duinpan I van Richter Roegholt.
(tekst: Wikipedia, foto: BerndH, Wikimedia Commons)