De Rossige wilg Salix cinerea subsp. oleifolia (synoniem: Salix atrocinerea (Brot.)) is een ondersoort van de Salix cinerea uit de wilgenfamilie (Salicaceae). De rossige wilg is inheems in de Benelux.
De bladeren zijn groen van kleur en lancetvormig tot omgekeerd-eirond en worden tussen de vijf en de zes centimeter lang. De bovenkant van de bladeren zijn glad van structuur terwijl de onderkant van de bladeren behaard is. De bladeren hebben vaak meer dan acht nerven. De steunbladeren zijn niervormig. De knoppen staan vespreid op de takken en hebben één knopschub. De knoppen zijn blauw-grijs van kleur.
De bloeiwijze is tweehuizig en uit zich in de vorm van katjes. De plant heeft zowel mannelijke als vrouwelijke katjes die variëren qua lengte van elkaar en variëren in lengte van 3.5 centimeter tot 10 centimeter. De plant bloeit van maart tot en met april. De rossige wilg wordt tussen de zes en de tien meter hoog.
De rossige wilg is een pioniersoort en komt voor in bosgebieden en op gronden waar verstoring heeft plaatsgevonden. De plant verdraagt geen zout en groeit graag op natte matig voedselrijke gronden. De plant verdraagt schaduw.
Voor vogels kan de rossige wilg aantrekkelijk zijn als nestelgelegenheid. Ook trekt het gewas diverse soorten insecten aan.
(tekst: Wikipedia, foto: Tintazul, Wikimedia Commons)