De slofhak (Anthoxanthum aristatum) is een eenjarige plant, die behoort tot de grassenfamilie (Poaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als algemeen voorkomend, maar sterk in aantal afgenomen. De plant komt van nature voor in Eurazië. De slofhak heeft in tegenstelling tot gewoon reukgras (Anthoxanthum odoratum) een scherpe, niet zo aangename geur.
De sterk uitstoelende plant wordt 4–40 cm hoog. De geknikt opstijgende stengels zijn aan de voet sterk vertakt. De bladeren zijn 0,8–6 cm lang en 1–5 mm breed. De onderste bladscheden zijn op de schedemond na kaal. Het tot 3 mm lange tongetje (ligula) is spits.
De slofhak bloeit van mei tot juli. De bloeiwijze is een langwerpige, min of meer losbloemige, 1 tot 4 cm lange aarpluim. Een aartje bestaat uit twee steriele bloempjes met daarboven een fertiel bloempje. Het onderste, 6 mm lange kelkkafje van het aartje is kaal en het tweede, 8 mm lange kelkkafje heeft een meestal stekelpuntige top. Het tweede paar kelkkafjes heeft lange kafnaalden, is zonder de kafnaalden 3 mm lang en is wel behaard. De kroonkafjes zijn zeer klein en ongeveer 1,5 mm lang. De bleekgele helmknoppen zijn 2,5-3,5 mm lang. De stamper heeft twee stempels.
De vrucht is een graanvrucht.
De plant komt voor op droge, zure zandgrond tussen het graan en in bermen.
(tekst: Wikipedia, foto: Fice, Wikimedia Commons)