De struikhei (Calluna vulgaris) is een plant uit de heidefamilie (Ericaceae). De soort komt in heel Europa voor, maar vooral in Midden- en Noord-Europa. Naar het oosten komt de plant tot West-Siberiƫ voor. In de negentiende eeuw is de struikhei door Schotse immigranten meegenomen naar Canada en heeft zich vandaar uit over geheel Noord-Amerika verspreid. Het is de enige soort uit het geslacht Calluna, een zogeheten monotypisch geslacht.
Struikhei wordt 10-100 cm hoog, op sommige plaatsen bereikt oude struikheide een hoogte van 150cm. De plant heeft tweeslachtige, symmetrische bloemen. De kelk en de kroonblad hebben dezelfde kleur. Aan het eind van de takjes zitten de paarse bloemen, die zorgen eind juli tot begin september voor de paarse heidevelden. Elke bloem heeft twee schutblaadjes. Vooral in natte jaren is de bloei uitbundig. De bloemkroon blijft nog lang vastzitten ook nadat de plant uitgebloeid is. De bloeiwijze is trosvormig. Aan de takjes zitten kleine ongesteelde, lancetvormige blaadjes. Aan de voet van de blaadjes zitten twee priemvormige oortjes.
In de siertuin kan de struikhei na de bloei gesnoeid worden. Voor aanplant kunnen de volgende variƫteiten gebruikt worden:
Calluna vulgaris 'Belg Gold': wintergroen, gele blaadjes en witte bloemen, bloei augustus - september.
Calluna vulgaris 'Beoley Criminaliteit': wintergroen, karmijnrode bloemen, bloei september- oktober.
Calluna vulgaris 'Alba Erecta': wintergroen, zuiver witte bloemen, bloei augustus - september.
Calluna vulgaris 'Alportii': wintergroen, paarse bloemen, bloei augustus - september.
Struikhei komt voor op arme zandgronden en in kalkarme duinen en gebergtes boven de boomgrens. De heide op de armere zandgronden kan alleen in stand gehouden worden door regelmatig plaggen, waardoor de grond schraal blijft. Voor het onderhoud is begrazing effectief, en ook afbranden wordt wel toegepast. Afbranden heeft ook wel positieve effecten voor sommige heidegebonden soorten als de kleine wrattenbijter en mogelijk voor jeneverbes. Bij een wat rijkere grond treedt vergrassing op. Ook is verbraming soms een probleem.
De nectar is door insecten makkelijk te bereiken. Naast honingbijen en hommels komen ook graafbijen met een korte tong, wespen en vliegen op de nectar af. Voor de gewone heispanner is struikhei ook een waardplant.
De struikhei is een kensoort voor de klasse van de droge heiden (Calluno-Ulicetea).
De takken werden vroeger veel gebruikt voor het maken van bezems. Ook nu nog zijn deze bezems te verkrijgen.
(tekst: Wikipedia, foto: BotMultichill, Wikimedia Commons)