De taxus of venijnboom (Taxus baccata) is een conifeer uit de taxusfamilie (Taxaceae). De plant komt van nature voor in de Benelux. De boom wordt soms gewestelijk met 'ijf' aangeduid. De venijnboom komt van nature voor in Europa, het noorden van Afrika en het zuidwesten van Azië.
De venijnboom is een langzaam groeiende plant en kan 12-20 m hoog worden. De venijnboom is tweehuizig (er zijn mannelijke en vrouwelijke planten). De venijnboom kan zeer oud worden. Er zijn planten in Engeland bekend die van voor het begin van de jaartelling zijn.
De venijnboom is giftig. Vee eet wel van de venijnboom en wordt dan dood gevonden. Bij het zagen en de verwerking van venijnboomhout komt houtstof met giftige bestanddelen vrij.
De giftige bestanddelen van de venijnboom worden al heel lang gebruikt in medicijnen tegen kanker. In feite is taxus het meest gebruikte middel tegen bepaalde vormen van kanker (merknaam taxol). Een ander giftig bestanddeel van taxus is taxine. Het zou een bestanddeel zijn van een pijlgif. Het veroorzaakt hartritmestoornissen, hartstilstand, lever- en nierbeschadigingen.
Het rode vruchtvlees is in het geheel niet giftig. Het smaakt heel zoet, op de rand van weeïg. De harde pit daarentegen is weer giftig.
De venijnboom is een kensoort voor de klasse van de eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond.
Yggdrasill, de 'Wereldboom' in de Noordse kosmogonie, werd in het verleden vaak geduid als een gigantische es. Vele wetenschappers zijn het er tegenwoordig over eens dat er ooit een fout is gemaakt bij de interpretatie van de oude geschriften en dat de boom zeer waarschijnlijk een venijnboom is. De vergissing zou haar oorsprong vinden in een alternatief woord voor de taxusboom in het Oudnoords; namelijk 'naald es' (barraskr). Daarnaast wordt in oude bronnen, waaronder de Edda's, gesproken over een vetgrønster vida wat 'altijd groene boom' betekent. Een es verliest in de winter echter zijn bladeren, terwijl een taxus zijn naalden behoudt. In vergelijking met de es, heeft de taxus een veel langere levensduur. Zo is een taxus bekend bij Fortingall in Schotland die naar schatting meer dan 2000 jaar oud is. In de beleving van de mensen toen waren zulke oude bomen onsterfelijk en werden daarom gezien als heilig.
Naaldbomen werden in het verleden ook gezien als heilig omdat ze nooit hun groen verliezen. De levensboom was niet alleen een symbool uit oude verhalen, maar ook verzamelden de aanhangers van natuurgodsdienst zich vaak rond een oude boom. De taxus geeft op warme dagen gasvormige taxine af, een stof die bij mensen tot hallucinaties kan leiden. In trance werden er verhalen verteld uit de Edda's.
Dit kan ook gerelateerd worden aan het verhaal over Odin die na negen dagen aan de boom te hebben gehangen zijn openbaring kreeg met betrekking tot de runen.
De venijnboom is uitermate goed geschikt voor het gebruik in een heg omdat hij zich goed laat snoeien en omdat hij goed vertakt. Ook verdraagt een taxus een grote snoeibeurt bijzonder goed. Een oude boom kan zonder problemen uitlopen op oud hout. Hierdoor is een taxus ook zeer geschikt voor kandelaberen.
Het hout van de venijnboom is bijzonder sterk en buigzaam. Er werden bogen van gemaakt. Bij de Slag bij Azincourt (1415) gebruikten de Engelsen bogen van taxushout. Daardoor hadden hun pijlen een veel groter bereik. Het is een van de redenen waarom ze de slag tegen de Fransen konden winnen.
Het hout wordt ook veel in inlegwerk gebruikt. Ook voor draaiwerk is het fijne hout erg geschikt.
Er zijn van de venijnboom vele cultivars bekend.
Taxus komt men veel tegen op begraafplaatsen uit de romantiek. De venijnboom van Fortingall wordt door sommigen beschouwd als de oudste nog levende boom.
Slecht groeiende venijnbomen in natte grond worden makkelijk aangetast door wortelrot veroorzaakt door Phytopthora, een schimmel.
De taxuskever vreet aan de bladranden van de taxus. De larve vreet niet alleen aan de wortels van de venijnboom, maar ook aan die van vaste planten.
(tekst: Wikipedia, foto: Archaeodontosaurus, Wikimedia Commons)