De trosvlier of bergvlier (Sambucus racemosa) is een struik uit de muskuskruidfamilie (Adoxaceae). De trosvlier staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als algemeen voorkomend en sinds 1950 stabiel of toegenomen. De trosvlier komt van nature voor in de koudere en gematigde streken op het hele noordelijk halfrond.
De struik wordt tot 6 meter hoog. Het merg in de grijze, gebogen takken is geelachtig bruin. De lichtgroene, oneven geveerde, 15 - 30 cm lange bladeren hebben 5 - 7, langwerpig-eironde, scherp getande, lang toegespitste blaadjes.
De struik bloeit in april en mei met geelachtig witte, 3 mm grote bloemen in ei- of kegelvormige, 3 - 6 cm brede pluimen. De helmknoppen zijn geelachtig.
De vrucht is een ronde, rode, soms goudgele, 3 - 6 mm grote steenvrucht met 3 - 5 zaden.
De trosvlier komt voor op droge, zure grond in lichte bossen, heggen en op plaatsen van gekapte bomen.
(tekst: Wikipedia, foto: Willow, Wikimedia Commons)