De wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia) is een zeer winterharde boom uit de rozenfamilie (Rosaceae). De boom wordt vaak aangeplant. De wilde lijsterbes komt voor in Noord-Europa, op de bergen in Zuid-Europa en in Zuidwest-Azië. In Engeland en in Scandinavië worden de bessen in het wild geplukt voor consumptie.
De lijsterbes is een struik of boom (tot 20 m) met open kroon.
De samengestelde, onevengeveerde bladeren zijn veervormig met negen tot zeventien blaadjes, die 2-6 cm lang zijn. De blaadjes (5-7 bij 1-1,5 cm groot) zijn ovaal tot langwerpig en staan in 6-8 paren. De blaadjes hebben, behalve bij het onderste stukje, scherp gezaagde bladrand en hebben een spitse top. De bladkleur is bovenaan dof groen, terwijl de onderkant grijsgroen is. In de herfst kleuren de bladeren geeloranje tot rood.
De boom bloeit in mei en juni met 0,8-1 cm grote, crèmewitte bloemen in veelbloemige tuilen die sterk geuren. De lijsterbes draagt als de vruchten rijp zijn ronde, 0,6-1 cm grote, oranjerode, bolvormig vruchten.
Omdat de wilde lijsterbes erg winterhard is, was het een van de eerste bomen die na de ijstijd in de Benelux voorkwamen. De plant wordt door insecten bestoven en de verspreiding van de zaden vindt vooral plaats door vogels die de bessen hebben geconsumeerd.
De wilde lijsterbes is een kensoort voor het zomereik-verbond (Quercion roboris). De boom komt voor in bossen en houtwallen.
Het hout van de lijsterbes is tamelijk hard, buigzaam en elastisch, maar gaat vrij snel kapot. Het is bruikbaar voor draai- en snijwerk, vaten, vezelplaten. Schors en loof bevatten een hoog gehalte aan looizuur. Specifiek voor houtproductie hebben ze over het algemeen te kleine afmetingen of komen ze in te geringe aantallen voor.
Van rijpe lijsterbessen kan jam gemaakt worden. Deze is bitter maar bevat veel vitamine C.
(tekst: Wikipedia, foto: Rasbak, Wikimedia Commons)