De witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) is een snelgroeiende boom uit de zeepboomfamilie (Sapindaceae). De soort komt van nature voor in de Balkan. De soort wordt in andere gematigde streken van de wereld veel aangeplant vanwege de sierwaarde. Deze boom werd rond de 17e eeuw ingevoerd in Noordwest-Europa. Omdat de boom goed bestand is tegen luchtvervuiling wordt de paardenkastanje veel toegepast in openbaar groen. Hij kan 30 m hoog worden, maar is meestal korter. De boom groeit goed op kleigrond of leemhoudende grond, maar hij gedijt ook in andere grondsoorten. De witte paardenkastanje kan tot 250 jaar oud worden.
De witte paardenkastanje heeft een hoge, koepelvormige kroon met een korte, dikke, meestal naar linksdraaiende stam. De boomschors is donker grijsbruin of roodachtig bruin. Deze schilfert af in plakken.
De grijze of rozebruine twijgen zijn stevig en hebben bleke kurkporiën. De hoofdtakken verlopen meestal horizontaal, terwijl jongere takken verticaal gericht zijn. De knoppen die hieraan zitten, zijn opvallend groot en spits. De grootte is ongeveer 2,5 × 1,5 cm. De knoppen zijn glanzend donker roodbruin, zeer harsachtig en kleverig.
De boom heeft samengestelde, tegenoverstaande bladeren. Ze zijn handvormig en zijn gedeeld in vijf tot zeven deelblaadjes. Elk deelblaadje is 10–25 cm lang, omgekeerd eirond, wigvormig toegespitst en ongesteeld. De bladeren zijn dubbelgetand. De bladsteel kan tot 20 cm lang worden. Als de bladeren net aan de boom zitten, zijn ze aan de onderkant geelachtig groen en aan de bovenkant donkerder. De bovenkant is glad, de onderkant kalend of viltig. De herfstkleuren zijn goudgeel, oranjeachtig en rood. Als de bladeren afvallen, blijft er een hoefijzervormig litteken op de tak achter.
De bloemen van de witte paardenkastanje staan in eindstandige bloeiwijzen, zijn circa 2 cm in doorsnede en hebben gerimpelde witte kroonblaadjes, die aan de voet rood of geel gevlekt zijn. De bloempjes vormen cilindrische of piramidale pluimen van 15–30 cm lang die rechtop staan. De witte paardenkastanje staat in bloei in begin mei.
De vruchten zijn groen, bolvormig en hebben korte stekels (bolsters). Ze hebben een doorsnede van ongeveer 6 cm. Ze zijn rijp in september. Ze splijten dan open en laten twee of drie kastanjes vrij met een glanzende mahoniebruine kleur.
Het hout van de witte paardenkastanje is zacht en wit. In het hout zit van nature vrijwel altijd een (linkse) draai waardoor het hout ongeschikt is als timmerhout. Het kan gebruikt worden voor meubels en kisten. De gemalen vruchten (de kastanjes) worden wel als veevoer gebruikt in Oost-Europa of om paardenhoest te bestrijden.
(tekst: Wikipedia, foto: SieBot, Wikimedia Commons)